https://www.trouw.nl/wetenschap/
Er zijn zeventig vaccins in de maak tegen het nieuwe corona-virus. Als het goed is, volgt straks massale inenting. Obstakel: de anti-vaccineerders. Catharina Bakker belicht hun historische wortels. Krijgt de overheid hen wel zo ver om toch mee te doen?Catharina Bakker18 april 2020, 7:00
De coronacrisis is een goede aanleiding om terug te kijken naar hoe we vroeger omgingen met pest, cholera of andere epidemieën. Al zolang in ons land besmettelijke ziekten worden bestreden, bestaat er weerstand tegen de manier waarop dat gebeurt. Die weerstand bestaat ook nu – denk maar aan de uitgedeelde boetes.
Of het nu gaat om quarantaine, hygiëne, isolatie of vaccinatie; er zijn altijd mensen die weigeren aan ziektebestrijding mee te doen –uit eigenbelang, onverschilligheid, laksheid, betweterij of religieuze overtuiging. Zo had je in de zeventiende eeuw kooplieden die zich omwille van hun handelsbelangen verzetten tegen quarantaine- en isolatiemaatregelen: schepen aan de ketting leveren immers geen geld op.
In de negentiende eeuw weigerden verstarde bureaucraten in de strijd tegen de cholera voor schoon drinkwater te zorgen, omdat ze er niet in geloofden en het te duur vonden. En in de twintigste eeuw ontzegden religieuze groeperingen om godsdienstige redenen hun kinderen de polioprik.
Tegen overheidsdwang
In veel gevallen heeft het belang van de volksgezondheid de weerstand overwonnen; de meeste plagen zijn in de loop der eeuwen bedwongen. Maar één groep verzet zich nog altijd met succes tegen overheidsdwang bij infectieziektebestrijding, en daar kunnen we binnenkort zo maar eens last van gaan krijgen: de anti-vaccinatiebeweging.
Dé anti-vaccinatiebeweging bestaat trouwens niet. Achter de term gaan verschillende bewegingen schuil met uiteenlopende doelen, elk vanuit een andere visie op infectieziekten en de bestrijding daarvan. Te weten wat hen beweegt, is nuttige kennis, vooral voor wie – als het eenmaal zover is – de bevolking moeten voorzien van het anti-coronavaccin waar velen reikhalzend naar uitkijken. Een virus bestrijden is één ding, maar wat moeten we doen met het anti-vaccinatievirus?
De weerstand tegen vaccinatie heeft haar wortels in de pokkenbestrijding. De zeer besmettelijke pokkenziekte veroorzaakte walgelijke, zwerende puisten en maakte veel dodelijke slachtoffers, niet zelden kinderen. Wie de pokken overleefde, bleef immuun, maar hield er vaak afzichtelijke littekens aan over, of doofheid, blindheid of reuma.
Te gevaarlijk
Al sinds eeuwen werd een premature vorm van vaccinatie toegepast: variolatie. Hierbij werd met een mesje of naald smetstof van een patiënt bij een gezonde persoon ingebracht om via een afweerreactie immuniteit te bewerkstelligen. Het middel was bijna erger dan de kwaal: 1 op de 50 kinderen overleefde de behandeling niet. Variola werd dan ook niet op heel grote schaal toegepast: velen vonden het te gevaarlijk.
Bij toeval werd eind achttiende eeuw ontdekt dat smetstof van koeien hetzelfde werkte, maar minder gevaarlijk was. Zo kwam de koepokinenting tot stand. In 1799 vond de eerste vaccinatie plaats in Rotterdam, en al snel breidde het aantal zich uit over het hele land. Maar even gauw ontstond ook weerstand tegen de koepokinenting, vanuit richtingen die zich ook nu nog verzetten: de verspreiders van bakerpraatjes, orthodoxe christenen en degenen die vinden dat de natuur haar loop moet hebben.
Bakerpraatjes zijn onuitroeibaar
Bakerpraatjes werden destijds onder meer de wereld in geholpen door jaloerse of andersdenkende collega’s van Edward Jenner, de grondlegger van de inenting. Veel mensen geloofden dat je er hoorns of een koeienkop van kreeg, of dat je ervan ging lopen of denken als een koe. Bakerpraatjes zijn onuitroeibaar, maar moderniseren wel in vorm: twee eeuwen later deed het nepnieuws de ronde dat in het vaccin tegen de Mexicaanse griep nanochips verborgen zouden zitten, waarmee de overheid haar burgers in de gaten hield.
Van een andere orde is het idee dat kinderziektes louterend werken. Destijds – rond 1800 – meenden velen dat typische kinderziektes als pokken en mazelen niet van buitenaf komen, maar in het lichaam huizen. Kinderziektes zouden vuile stoffen het lichaam uitwerken die de ongeboren vrucht had binnengekregen (via het ‘maanstondebloed’ van de moeder). Deze visie, afkomstig uit de Arabische Oudheid, was in de loop der eeuwen in de natuurgeneeskunde terechtgekomen, die juist rond 1800 een bloeiperiode doormaakte.
Homeopathische en antroposofische milieus
Tot op de dag van vandaag zijn er mensen die op grond van eigen wijsheid menen dat je kinderziektes niet moet bestrijden maar moet doorstaan, omdat je daar sterk van wordt. Dit idee leeft vooral in homeopathische en antroposofische milieus. Bij de in 1994 opgerichte Nederlandse Vereniging voor Kritisch Prikken (NVKP) is de homeopathische beroepsgroep sterk vertegenwoordigd en juist op (antroposofische) Vrije Scholen lopen relatief veel ongevaccineerde kinderen rond.
Protestanten van de biblebelt
Nederland telt zo’n 250.000 bevindelijk gereformeerden, met een vaccinatiegraad van 60 procent, aldus de Nederlandse Patiëntenvereniging. Doordat ze binnen de biblebelt steeds meer bij elkaar gaan wonen, is het risico op uitbraken van ziektes groter.
De steilsten onder hen, zoals de leden van de Gereformeerde gemeenten in Nederland (25 procent gevaccineerd), beroepen zich voor hun afwijzing van vaccinatie op de zestiende-eeuwse Heidelbergse Catechismus. Die leert in ‘Zondag 10’ dat rijkdom en armoede, maar ook gezondheid en ziekte geen toeval zijn, maar door God zijn gearrangeerd. Inenten (en verzekeren) zou betekenen: God voor de voeten lopen. Curieus is dat uitsluitend de Nederlandse refo’s die conclusie uit de catechismustekst trekken; in het buitenland vaccineren (en verzekeren) geestverwanten zonder scrupules.
De overheid probeert hen al twee eeuwen op andere gedachten te brengen. In 1814 noemde de latere koning Willem I inenting een ‘onschatbaar geschenk der Voorzienigheid’, van God dus. Hij riep er vooral weerstand mee op: voor de orthodoxen was het juist een affront tegen God. Ook toen premier Rutte in 2013 dominees opriep om in- enting te steunen, leidde dat eerder tot verstarring dan tot verandering. Toch stijgt volgens historicus Fred van Lieburg de vaccinatiegraad in deze groepering langzaam; hij verwacht dat het vrome verzet tegen vaccineren over twee generaties is uitgedoofd.
De grootste groep die zich tegen de koepokinenting verzette, werd gevormd door strenggelovige christenen, zowel katholieken van de oude stempel als orthodoxe protestanten. Zij zagen de pokken als gesel Gods waartegen je je niet mocht verzetten, en de koepokvaccinatie als ongewenste uiting van de moderne tijdgeest. Vooral orthodoxe protestanten lieten van zich horen. Hier ontstond de eerste georganiseerde anti-vaccinatiebeweging, met dichter-advocaat Willem Bilderdijk, geneesheer Abraham Capadose en dichter Isaac da Costa als spreekbuizen. De laatste twee waren Joodse bekeerlingen. Capadose had in zijn vorige leven nog veel kinderen gevaccineerd, maar wilde daar nu niets meer van weten. Het spraakmakende gezelschap wist veel mensen te overtuigen, met als gevolg regelmatige pokkenuitbraken in de Biblebelt.
Straf voor zondigheid
Onder orthodox-protestanten is de anti-vaccinatiebeweging nog altijd springlevend, vooral op de rechterzijde van de bevindelijke reformatorische gezindte. De Bijbel leert, aldus ‘Vaccinatie in de reformatorische gezindte’, een brochure van de Nederlandse Patiëntenvereniging uit 2013, dat als je de Heere dient, Hij jou beschermt tegen (infectie-)ziektes. In de brochure valt te lezen dat God ziekte en onheil de wereld instuurt als straf voor zondigheid, maar ook als beproeving of loutering, zelfs voor wie tot het juiste geloof is gekomen.
De anti-vaccinatiebeweging heeft de strijd tegen het pokkenvaccin verloren: de pokken zijn al jaren de wereld uit. Dat geldt niet voor ziekten als kinkhoest, bof en mazelen. Het Rijksvaccinatieprogramma biedt bescherming tegen deze en andere infectieziekten.
De beweging verzet zich nog altijd tegen vaccineren, om grotendeels dezelfde redenen als vroeger: bakerpraatjes, eigen wijsheid en religieuze overtuiging. En hoewel er wel discussie over bestaat: de overheid biedt de mogelijkheid om wegens gewetensbezwaren je kind een vaccin te ontzeggen.
Nieuwe tak van de anti-vaccinatiebeweging
Intussen heeft de anti-vaccinatiebeweging een nieuwe tak gekregen. Hoewel deze ook oudere wortels heeft, is deze nieuwe tak in ons land pas goed gaan groeien bij de introductie van het HPV-vaccin. Dat kwam in 2007 op de markt als bescherming tegen de humane papillomavirussen die verantwoordelijk zijn voor zo’n 70 procent van de gevallen van baarmoederhalskanker. Twee jaar later werd de eerste vaccinatiecampagne op touw gezet. De vaccinatiegraad lag in die tijd boven de 95 procent. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verwachtte een vergelijkbaar percentage te halen.
Toen onthulden de makers van het tv-programma ‘Zembla’ dat de farmaceutische industrie een hardnekkige reclamecampagne had gevoerd om het vaccin onder de aandacht te brengen van artsen en Kamerleden. Tegelijk betoogden enkele kankerepidemiologen in een gezaghebbend medisch tijdschrift dat er onvoldoende gronden waren om het vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma op te nemen. Hun argumenten werden later door de Gezondheidsraad weerlegd, maar toen was het kwaad al geschied.
Het beeld van belangenverstrengeling stond op het netvlies van het grote publiek: het HPV-vaccin was een High Profit Vaccin, oftewel: bedoeld om winst mee te maken. De NVKP dook er bovenop. Rationele argumenten legden het af tegen naar nepnieuws shoppende tienermeisjes die elkaar via sociale media met griezelverhalen bestookten. Tot woede en teleurstelling van de infectieziektebestrijders kwam de vaccinatiegraad niet boven de 56 procent (later werd het iets hoger).
Kruisbestuiving wetenschap en industrie
Toch zijn het lang niet alleen maar verstokte complotdenkers die kanttekeningen plaatsen bij de kruisbestuiving tussen wetenschap en industrie. Het radioprogramma ‘Argos’ maakte bekend dat de gerenommeerde viroloog Ab Osterhaus aandelen had in een bedrijf dat meewerkte aan de ontwikkeling van een vaccin tegen de Mexicaanse griep, die in 2009 uitbrak. Om die reden zou hij als onheilsprofeet paniek hebben gezaaid. Zijn boodschap dat de verdiensten niet op zijn eigen rekening belandden, maar op die van de universiteit (voor wetenschappelijk onderzoek), kwam niet binnen bij het publiek. Uiteindelijk maakte de griepepidemie lang niet zoveel slachtoffers als verwacht; de overheid had veel te veel vaccins aangekocht – weggegooid geld.
Ooit was de gedachte dat de infectieziekten wel zouden verdwijnen door antibiotica, antivirale middelen en vaccinatie. Inmiddels weten we dat dit optimisme onterecht is: infectieziekten blijven onder ons, evenals het hardnekkige anti-vaccinatievirus.
Zo beoordeelt de NVKP op haar website de overheidsreactie op de coronapandemie als ‘overdreven en contraproductief’. “Draconische maatregelen veroorzaken nog meer en onnodige economische verliezen, die op termijn veel destructiever kunnen blijken te zijn voor de samenleving dan het virus zelf.”
Antivaxxers op internet
De invloed van de moderne critici van inenting, bekend als ‘antivaxxers’, is groter dan hun waarschijnlijk bescheiden getal zou doen vermoeden. Ze manifesteren zich vooral op internet. In de tijd dat het HPV-vaccin op de markt kwam, deden de ‘Verontruste Moeders’ dat op hun site, waar de oproep klonk geen enkele vaccinatie uit te voeren (‘dan heeft de overheid het nakijken’). De site is stilgelegd en verwijst nu naar actuele informatie op andere sites. Zoals wanttoknow.nl. Daar wordt het coronavirus als vrij onschuldig voorgesteld en de officiële voorlichting als bangmakerij om wereldwijd de geesten rijp te maken voor een vaccin. Dat moet straks – met als boze genius Bill Gates (Microsoft) en een schimmige rol voor het nieuwe 5G-netwerk – de kas van de farmaceutische industrie gaan spekken.
Op stichtingvaccinvrij.nl valt te lezen dat kinderen wel degelijk autisme kunnen krijgen van de BMR-prik, en dat de wetenschappelijke weerlegging daarvan niet deugt. Achter deze site zit Door Frankema, schrijfster van het boek ‘Vaccinvrij’. In 2016 mocht ze aanschuiven in het tv-programma ‘Pauw’. Daar walste ze over een omzichtig formulerende pro-vaccinatiearts heen. Ze is wat antivaxxers vaker zijn: hoogopgeleid, welbespraakt en beducht voor Big Pharma. Frankema stelt dat het coronavirus ‘niks voorstelt’ en vindt dat ‘Donald Trump de enige persoon is die enigszins verstandig handelt en spreekt tijdens dit hele gebeuren’.
Nepnieuws op sociale media
De anti-vaccinatiebeweging is niet groot, maar heeft wel potentie: door intensief gebruik van sociale media kan ze tegenwoordig gemakkelijk de publieke opinie beïnvloeden. Het is er voor de burger niet eenvoudiger op geworden om nepnieuws te herkennen en de juiste keuzes te maken. Bakerpraatjes, eigen wijsheid en religieuze overtuiging zijn niet te bestrijden met wetenschappelijk bewijs en rationele argumenten.
De overheid probeert het wel, signaleerden Hannah van den Ende en Mirjam Houtlosser in hun bijdrage in ‘Basisboek filosofie & geschiedenis van de gezondheidszorg’ (2019), maar ze bereikt de sceptische ouders nauwelijks. “Waar de overheid spreekt over nut en noodzaak, risico’s en vaccineigenschappen, hebben ouders het over de ontwikkeling van hun kind, eigen weerbaarheid, groeien door ziekte en leven in overeenstemming met de cyclus van de natuur. De voorwaarden voor een werkelijk gesprek, gericht op het zoeken van een gedeelde oplossing, ontbreken.” Van den Ende en Houtlosser bepleiten daarom bij de overheid een opener houding voor de waarden van critici. “Soms zal dit betekenen dat de bril waardoor verschillende partijen naar de kwestie kijken, onderwerp van gesprek moet zijn.”
Vooralsnog hebben overheidscampagnes weinig effect gesorteerd onder sceptici. Opmerkingen als dat niet corona heerst, maar God regeert (Reformatorisch Dagblad, 10 maart), of dat vitamine-C helpt het virus te bestrijden (Stichting Vaccinvrij op haar website), veroorzaken daardoor ruis. Dat is niet erg; zolang de anti-vaccinatiebeweging klein blijft, kan de gemeenschap voldoende worden beschermd. De vaccinatiegraad ligt in ons land nog altijd hoger dan in sommige andere landen.
Geheimzinnige geldstromen
Maar de nieuwste tak van de anti-vaccinatiebeweging is krachtig. En helemaal ongelijk heeft deze niet, met zijn gehamer op het aambeeld van belangenverstrengeling en zijn argwaan jegens de farmaceutische industrie. Zolang er onvoldoende overheidsgeld beschikbaar is voor wetenschappelijk onderzoek naar infectieziektebestrijding, blijft de wetenschap afhankelijk van een paar grote farmaceutische bedrijven, en rondom de geldstromen hangt veel geheimzinnigheid. Ook al is op papier alles goed geregeld, bij het publiek leidt dat tot wantrouwen – een slechte partner van vaccinatieprogramma’s.
Het is onwaarschijnlijk dat isolatie, quarantaine en hygiëne de corona-uitbraak volledig tot staan kunnen brengen. Het wachten is dus toch op dat vaccin dat ons kan redden.
Isaac da Costa trok in de negentiende eeuw zijn steun aan de anti-vaccinatiebeweging in toen zijn gezin door de pokken werd gedecimeerd. Het is te hopen dat de anti-vaccineerders zo’n brute wake up call nu niet nodig hebben en aanspreekbaar zijn op hun gezond verstand. Dan moeten industrie, wetenschap en overheid zich wel wat transparanter opstellen over de vaccinatieprogramma’s.