Beleid Nederlandse regering komt neer op vooral belasting heffen bij armen

anaterate / Pixabay

Premier Rutte die de bedrijven maant om hogere lonen te betalen. En ogenschijnlijk in botsing komt met het (grote) bedrijfsleven. Wat is dat nu weer?

Onlangs was er een typisch Nederlandse commotie over de economische gang van zaken die over belangrijke zaken ging als de verdeling van welvaart, maar tegelijkertijd de plank mis sloeg en de aandacht structureel afleidde naar de bijzaken.

Op het jaarlijkse ‘festival’ van de VVD in juni in Aalsmeer haalde Rutte media–aandacht toen hij hardop riep dat de lonen achterblijven bij de winsten en dat de bedrijven hun werknemers wat meer moeten gunnen. (VK 20 juni 2019)

In feite is dit een poging van de VVD om te reageren op de aanzwellende verontwaardiging vanuit de bevolking op het belastingbeleid dat bedrijfswinsten en eigendommen van managers en aandeelhouders ontziet. Rutte wil graag doorgaan met dat beleid, zoals het verder verlagen van de vennootschapsbelasting. Maar hij wil voor de politieke dekking graag dat de grote bedrijven af en toe wat teruggeven, al was het maar voor de bühne.

De lijn van VNO-NCW is echter om dat helemaal niet te doen en bij CAO-onderhandelingen het onderste uit de kan te halen en desgewenst de hele CAO te laten vallen. Ze kunnen dat doen omdat de vakbeweging aan macht aan het inboeten is en in veel sectoren nauwelijks meer vertegenwoordigd is. Zie bijvoorbeeld de machinaties van de directie van supermarktketen Jumbo.

Eerder in april had ook de andere VVD-leider, Klaas Dijkhof al geroepen dat “De VVD niet langer de partij van de Multinationals moet zijn”. Daarmee stelt hij dus dat de VVD dat tot dusver wel was. Dijkhof noemt de beoogde afschaffing van de dividendbelasting als voorbeeld van ondankbaar bedrijfsleven-gedrag, waar ze niet genoeg voor terug wilden doen. Het plan werd weer ingetrokken toen Unilever niet als dank zijn hoofdkantoor van London naar Den Haag wilde verplaatsen. (VK 20 april 2019)

Lonen laag houden

De lonen laag houden, of loonmatiging zoals dat in politiek jargon zo mooi heet (het tegenovergestelde is zeker loonverkwisting of zo) is al tientallen jaren de kern van het Nederlandse economische beleid. Het staat centraal in het beruchte Akkoord van Wassenaar van 1982, toen gesloten tussen arbeid/vakbonden en kapitaal/werkgevers. Dat is ook de voornaamste oorzaak van de eurocrisis, namelijk de gruwelijke onevenwichtigheid binnen de Europese gemeenschappelijke markt. De rijke Noordelijke EU-landen, niet alleen Nederland maar ook Duitsland en Scandinavië, hebben daardoor alle voordelen van de Euro en de binnenlandse markt, en geen van de lasten die de Zuidelijke landen hebben.

In een poging tot spierballenvertoon richting VNO-NCW, dreigde Rutte om in te grijpen en de verlaging van belasting op winst ongedaan te maken “en het geld terug [te] geven aan de werknemers in lagere inkomstenbelasting” (VK 15 juni 2019). De ondernemersbond reageerde met de constatering dat de lonen in de laatste CAO’s best stijgen, namelijk gemiddeld 3 procent, wat voor Nederlandse begrippen enorm is. Bovendien, verklaarde VNO-chef hans de Boer in het FD (op 20 juni), torpedeert de VVD hiermee de ondernemers in de eigen achterban als hun verlaging van de winstbelasting hen door de neus wordt geboord. In feite borduurt de hele discussie voort op het ‘trickle down’ motief waarmee de Wassenaar-wereld altijd is gepropageerd. Of zoals Rutte het zelf stelde in zijn toespraak in Aalsmeer: “De ongeschreven afspraak is: als het met de grote bedrijven goed gaat, gaat het goed met het personeel.”

Inkomstenbelasting

Een week na de kreten van Rutte kwam het FD met een onthullend onderzoek van een econoom aan de Universiteit Leiden, Wimar Bolhuis. Daaruit bleek dat als het om lonen en koopkracht gaat, er nog een heel andere factor in het spel is die tot nu toe veelal buiten beeld is gebleven. Dat is de belastingdruk die de overheid zelf op lonen en inkomens heeft ingesteld. Uit het onderzoek bleek dat die in Nederland veel hoger is (geworden) dan in de rest van Europa.

“De lasten op arbeid zijn in Nederland tussen 2007 en 2017 bijna twee keer zo sterk gestegen als het gemiddelde in de EU, blijkt uit een analyse door Bolhuis van de jongste belastinggegevens van de lidstaten.” schrijft het FD op 26 juni 2019. Met behulp van het geld dat daarmee opgehaald werd, werd het begrotingstekort teruggedrongen, en de laatste twee jaar in een overschot veranderd. “Het is dus nadelig voor de koopkracht en leidt er volgens critici bovendien toe dat een crisis onnodig lang voortduurt.”concludeert het onderzoek en FD.

BTW

Een andere bron van overheidsinkomsten die per definitie zwaarder op arme mensen drukken dan op andere, zijn de zogenaamde indirecte belastingen, zoals de omzetbelasting (BTW) en accijnzen. Ook op dat terrein heeft Rutte zich een dief van de armen getoond. Nadat eerst in 2012 het hoge BTW-tarief werd verhoogd van 19 naar 21% werd begin dit jaar ook het ‘lage’ tarief van 6 naar 9 procent verhoogd. Die lage categorie is er voor sectoren en producten die enigszins ontzien zouden moeten worden van prijsdruk, zoals boeken, toegang tot zwembad of museum en voor basisvoorzieningen (water, medicijnen, landbouwproducten). Bedenk dat deze belastingen de meest oneerlijke zijn; ongeacht je inkomen betaal je evenveel.

Voor iemand met genoeg vermogen is een verhoging van de prijs van het kaartje voor het zwembad een lachertje – als meneer niet al een eigen zwembad in huis heeft – maar als je krap bij kas bent, en een paar kinderen hebt, kan het betekenen dat je uitgesloten wordt van dergelijke voorzieningen. Lokaal proberen gemeentes nog een en ander op te vangen met stadspassen en dergelijke, maar die gelden slechts een klein deel van de betrokken producten. Feit is de hier bewust uitsluiting bevorderd wordt. Bedrijven en hun bezitters kunnen de belastingen massaal ontduiken of zien ze steeds verder verlaagd zien worden. Voor het minder vermogende deel der natie is het verhaal precies andersom.

Verhuurdersheffing

Nog een bijzonder nare maatregel, waar de discussie eigenlijk over zou moeten gaan, is verhuurdersheffing. Bezitters van sociale huurwoningen, en dat zijn voornamelijk corporaties, moeten sinds 2013 belasting betalen over (de WOZ-waarde van) hun woningbezit. Dat voert veelal tot het doorschuiven van de kosten naar de huurders, die nu gemiddeld een kwart meer huur kwijt zijn.

“Het zijn de laagste inkomens die de prijs betalen, betogen Aedes, Woonbond en VNG. ‘Zij betalen zo extra voor het gezond maken van de overheidsfinanciën, terwijl hogere inkomens hypotheekrenteaftrek ontvangen.’ was de conclusie van een onderzsoek naar de effecten van de instelling van de heffing in 2016 (VK 09 juni 2016). Het levert de schatkist 1,7 miljard per jaar op.

Weer een voorbeeld van hoe de onderkant mag opdraaien voor het ‘gezonde maken van de overheidsfinanciën’ waarmee vervolgens de rijke bovenlaag wordt bediend.

Zo’n spanningsveld vraagt natuurlijk om groeiende ontevredenheid van diezelfde burgers. Zo lang ze door rechtse populisten verleid worden om de schuld van hun ellende op andere nog minder bedeelde groepen te gooien, of door centrumpartijen wijs worden gemaakt dat het echt niet anders kan, is de BV Nederland dan nog enigszins op koers te houden. Maar als die mythes niet langer stand houden en we ons bezig gaan houden met de werkelijke oorzaken daarvan, dan gaan grootbedrijf en hun politieke boodschappenjongens zwaar weer tegemoet. De volgende crisis staat volgens alle deskundologen voor de deur, dus bring it on

Lees verder bij de bron: globalinfo