Samenwerken is basis voor resultaat
Nieuwsbericht | 03-03-2023 | 11:34
Albert Hazelhoff is algemeen directeur van Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en zit in het Bestuurlijk Ketenberaad (BKB), namens de executie-organisaties. Hij is primair gericht op de samenwerking in de hele strafrechtketen.
Waar werd u blij van in het afgelopen jaar?
‘Wat ik goed vind van het afgelopen jaar is dat we ons meer zijn gaan focussen. Op onderwerpen zoals het wetboek van strafvordering, informatievoorziening & digitalisering, en de aanpak van doorlooptijden & voorraden. Voor die laatste hebben we een actieplan dat zich richt op verschillende domeinen, maar vooral op het versnellen van de doorlooptijden en op innovaties. Als het gaat over de doorlooptijden dan hebben we als strafrechtketen gezegd dat we ons vooral richten op snelrecht en supersnelrecht. Die samenwerking gaat beter. Daar zit echt groei in. Samenwerken heeft alleen maar zin als je ook resultaten boekt. Dat meen ik te zien.’
Albert Hazelhoff liggend
Een voorbeeld?
‘Dat zie je bijvoorbeeld bij het verschillend omgaan met het arrestantenproces. Een typische samenwerking tussen het DJI, politie en het CJIB. Daar zit meer regie op, zodat de een de ander niet overvalt met beslissingen. Een ander voorbeeld is het verder uitwerken en verbeteren van de informatievoorziening vanuit de tenuitvoerlegging naar het Openbaar Ministerie, wat Topservice wordt genoemd. Verder kijken we naar vormen van digitaal horen. Deze innovaties geven extra energie.’
Waar krijgt u nog meer energie van?
‘Waar ik met veel plezier op terugkijk is de manier waarop we verder zijn gegaan met digitalisering, ook in coronatijd. We zijn begonnen met het Digitaal Stelsel (DDS) op 1 januari 2023. We bouwen voort op de positieve ervaringen van de afgelopen paar jaar. Wat ik belangrijk vind is dat we continu blijven kijken naar: waar is de belangrijkste winst te boeken? En dan bij voorkeur gericht op het verbeteren en versnellen van processen bij meerdere organisaties tegelijkertijd. Toch weet ik ook dat dit veel vraagt ook in financiële investeringen.
Wat ik ook een belangrijk gegeven van de afgelopen jaren vond, is de verdere monitoring van resultaten. Dat lijkt heel logisch – iedereen doet dat toch – maar we hebben zeker in de coronaperiode gezien hoe belangrijk het was om continu te monitoren op instroom, doorstroom en uitstroom. Dan zie je waar zich knelpunten in de keten voordoen.’
We zijn er nog niet.
‘In coronatijd hebben we geleerd hoe dat grofmazig vorm kon krijgen en hebben we stukje bij beetje definities bij elkaar kunnen brengen. Kwesties als ‘een zaak bij het OM’ is iets anders dan ‘een zaak bij de politie’. Tenminste, dat kan. Het CJIB is sinds de invoering van de wet USB (Uitvoering Strafrechtelijke Beslissingen) het schakelpunt bij het doorgeleiden van zaken naar bijvoorbeeld het DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen), de reclassering en de Raad van de Kinderbescherming. Het volledige overzicht over welke justiabelen er in de tenuitvoeringleggingsdomein zitten ligt bij het CJIB. We voeren daar nu continue regie op.
Welk probleem werd hiermee opgelost?
‘Een van de kernpunten van deze wet was een betere informatievoorziening. Meer zicht en meer grip op wie er in de tenuitvoeringlegging zit. Dat zorgt ervoor dat de informatiepositie binnen de keten, ook ten behoeve van informatie naar het OM, een stuk kansrijker is geworden. We zijn ook wel eens terecht kritisch op de voortgang die geboekt wordt, maar de gemiddelde Nederlander is gebaat bij het feit bij dat het sneller gaat en dat je informatie beter kunt verstrekken. Het hele executiedomein is persoonsgericht, waar er jarenlang toch meer zaaksgericht gewerkt is. We hebben meer zicht gekregen.’ Toch zal de verdergaande digitalisering ons hier nog verder helpen.
Zijn er in 2023 projecten waar u zich op verheugt vanuit het CJIB?
‘Volgens mij zit dat op 2 domeinen. Het ene is het slachtofferdomein in het kader van de Wet straffen en beschermen. Dat gaat er in 2023 bij het CJIB verder worden ingericht als het gaat over het informeren en raadplegen. Met een uitloop naar 2024. Het betreft het overdragen van slachtofferinformatie. Een taak die eerst, ten dele, bij het OM lag en nu bij het CJIB.
Het tweede is het Wetboek van Strafvordering en dan met name het boek dat zich gaat bezighouden met de tenuitvoeringlegging, Boek 7. We staan aan het begin van het verder uitschrijven en het voorbereiden van de invoering van dat boek in 2026 en verder. Daar zullen ervaringen met een noodzakelijke vernieuwing vanuit de wet USB en SenB ook een weerslag vinden. En waar je zult zien dat er op een aantal onderwerpen ook echt nog veranderingen moeten worden doorgevoerd. Daar hebben we met alle partners in de strafrechtketen een stevig implementatie traject voor de boeg.’
Nog een laatste uitsmijter?
‘Misschien klinkt het een beetje saai, maar om goed te blijven functioneren blijft die ketensamenwerking ontzettend belangrijk. De strafrechtketen is misschien best wat complexer dan we zouden willen dat hij is. Tegelijkertijd ben ik hoopvol als ik zie wat de samenwerking teweegbrengt en hoe groot de bereidheid is om daarin continu te investeren. Je ziet dat het resultaat oplevert. We zetten in ons blijvend in om de rechtstaat goed te laten functioneren. Daar kom je je bed voor uit.
https://organisaties.overheid.nl/112735/dhr_mr_drs_A_Albert_Hazelhoff_MBA/